Op een zonnige woensdagmiddag in juni lieten zo’n 25 public health professionals zich vrijwillig meevoeren naar de ondergrondse bunkers van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. En dat was zeer de moeite waard. Op het programma stonden een rondleiding door het calamiteitenhospitaal (o.l.v. Joris Prinssen, hoofd van) en een presentatie over 25 jaar GHOR (door Sander Banus van GGD GHOR Nederland).






Joris ontving ons in vol ornaat, d.w.z. het blauwe camouflagepak van het Korps Mariniers. Dat hij in een eerder leven woordvoerder was geweest werd meteen duidelijk door zijn goed voorbereide praatje waarin hij feiten, cijfers, afkortingen en anekdotes in hoog tempo over ons uitstortte. Enkele kerngegevens: binnen 30 minuten kan het personeel van het calamiteitenhospitaal klaar staan om 200 patiënten op te vangen; er zijn 12 ic-bedden en 3 ok’s.; er is een kernteam van 6 personen waarvan Joris de enige fulltimer is. De overige teamleden werken deels voor het calamiteitenhospitaal en deels op hun ‘eigen’ UMCU-afdeling, waardoor zij een belangrijke spilfunctie vervullen. Kosten op jaarbasis: 3,5 miljoen euro, opgehoest door VWS en Defensie.
Het protocol waarmee de organisatie in 30 minuten van 0 naar 200 kan opschakelen is fascinerend. Er wordt gebruik gemaakt van petten in diverse kleuren die zo’n beetje op volgorde van binnenkomst aan de binnenrennende hulpverleners worden toegekend en waarmee iedereen elkaar kan herkennen in hun rol: organisatie, administratie, triage, verzorging, behandeling, ….. Daardoor kan het voorkomen dat bijvoorbeeld een jonge verpleegkundige een meer senior chirurg opdrachten kan geven. En iedereen accepteert dat. Uiteraard zijn er ook briefings, binnen en tussen de verschillende groepen, en die zijn – gegeven de crisissituatie – ultrakort: 15 minuten. Dan moet alles besproken en helder zijn. (Op dit moment ging er een zucht van professionele jaloezie door de zaal 😉).
Joris maakte er een punt van dat zij niet alleen patiënten, maar ook hun naasten opvangen, én hun eigen personeel. Militairen die in crisissituaties in binnen- of buitenland werken of hebben gewerkt kunnen te allen tijde een beroep doen op professionele hulp bij (trauma-)verwerking via het calamiteitenhospitaal. “We doen wel allemaal heel stoer, maar uiteindelijk zijn we ook gewoon mensen.”

Sander Banus nam ons vervolgens mee in de ontstaansgeschiedenis van de GHOR: van de (landelijke) Bescherming Bevolking (BB) in 1952, via de decentralisatie van rampenbestrijding naar de gemeenten in 1986 en het project Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen in 1996, tot de formele oprichting van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisaties in de Regio eind 1999.
De verantwoordelijkheden van deze GHOR “2.0” zijn vastgelegd in maar liefst 6 wetten. Taken behelzen pro-actie (bijv. advisering van gemeenten ihkv omgevingsveiligheid), preventie (w.o. advisering aan gemeenten bij grote evenementen), voorbereiding op potentiële crises en rampen, de daadwerkelijke rampenbestrijding (en dus 24/7 paraatheid) en nazorg. De Directeur Publieke Gezondheid vervult binnen dit alles de onmisbare spilfunctie tussen openbaar bestuur, veiligheid en gezondheidszorg, met als rollen verbinder, verschaffer van structuur, adviseur en informatieknooppunt. “En dan te bedenken dat DPG begin jaren ’90 een bijbaantje was van Inspecteurs voor de Volksgezondheid, dat deed je er gewoon bij”, aldus PHned-erelid en oud-inspecteur Reinoud Bon tijdens de nazit. Zoveel kan er dus veranderen in luttele decennia.
Dit lustrumjaar is aanleiding geweest voor GGD GHOR Nederland voor enkele interessante en publieksvriendelijke publicaties en voor een landelijk congres op 19 november 2025 in Den Bosch. Van harte aanbevolen voor iedereen die meer wil weten over deze essentiële functie in de Nederlandse public health.
Bekijk hieronder de presentatie van Sander Banus.
Dank aan: Joris Prinssen en Sander Banus (sprekers), Liesbeth van Rensen (organisatie) en Corinne Hinlopen (verslag)
